Borstvoeding en werk

Wanneer je na je bevalling weer over werken nadenkt, heb je een aantal opties. Je kunt kiezen voor een tijdelijke onderbreking van je werk (ontslag), onbetaald verlof, ouderschapsverlof, vakantiedagen opnemen, (samen) deeltijd gaan werken, opvang voor je kindje regelen (gastouder, oppasoma, ect.) of bovenstaande opties combineren.

Jouw rechten als werknemer

Als je borstvoeding geeft, kun je je melk gaan afkolven, je kindje op je werk voeden, of even naar huis gaan om daar te voeden. Je hebt maximaal ¼ (!) van je werktijd het recht om te voeden of kolven voor je kindje, zolang deze nog niet ouder dan 9 maanden is.

Wat betreft de arbeidsomstandigheden schrijft de wet dat deze veilig moeten zijn: je mag niet met gevaarlijke stoffen en procedures of onder gevaarlijke arbeidsomstandigheden werken tijdens je zwangerschap of borstvoedingsperiode. Je werkgever moet je ook voorlichten over de veiligheids- en gezondheidsrisico’s van je werk. De eerste 6 maanden hoef je niet over te werken of nachtdiensten te draaien. Ook moet er een geschikte kolfruimte beschikbaar zijn.

De plichten van de werkgever

Artikel 4.3.8. Voedingsrecht uit de Arbeidstijdenwet (2007)
Een vrouwelijke werknemer die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste negen levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de moedermelk te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking.

De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever.

De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.

Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig.

De kolfkamer

De kolfruimte moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Bespreek ruim van tevoren, in je zwangerschap, dat je van plan bent om borstvoeding te gaan geven en dat je met je werkgever wilt kijken naar de mogelijkheden voor een kolfkamer.

  • De kolfruimte moet rustig en afsluitbaar zijn;
  • Er moet een tafel zijn en een comfortabele stoel;
  • Het mag er niet tochten, je moet je behaaglijk kunnen voelen (niet te warm of te koud);
  • Ergens op je werklocatie moet een koelkast beschikbaar zijn waar je je melk koel kunt bewaren;
  • Er moet een stopcontact in de kolfruimte zijn;
  • Het is fijn om warm en koud stromend water in de kolfruimte te hebben, maar dit is niet verplicht. Wel moet je ergens op je werklocatie hiervan gebruik kunnen maken.

Kolven op je werk: handige tips

Wanneer het praktisch gezien kan, kun je je kindje op je werk laten komen om te voeden. Of, wanneer de opvang in de buurt is, kun jij daar even naar toe gaan voor de borstvoeding. Dit soort oplossingen is vooral handig, als je merkt dat je kindje de fles met jouw gekolfde melk niet wil drinken. De tijd die je aan kolven op je werk mag besteden (max. 25% van je totale werktijd), mag je ook aan ‘live’ voeden spenderen.

Een andere handige tip is om je kindje, vlak voor je gaat werken, nog even te voeden. Dat scheelt je weer een kolfbeurt wanneer je net lekker op gang bent op je werk. Als je thuis bent, is het vervolgens ook heerlijk om meteen je kindje weer aan te leggen. Even een momentje voor jullie tweeën waarin je gelijk kunt bijtanken. Weer aan het werk gaan, blijft tenslotte altijd wennen in het begin!

Omdat het even wennen is, en omdat kolven nou niet bepaald de gezelligste bezigheid is, hebben sommige vrouwen wat moeite met hun toeschietreflex. Een erg goede truc is om zoveel mogelijk aan je kindje te denken. Dit kun je doen door een hemdje mee te nemen dat naar je kindje ruikt, naar een foto of een filmpje op je mobiel te kijken en door te ontspannen in een warme, aangename ruimte.

Wanneer je merkt dat je er met je werkgever niet uit komt wat betreft kolven/borstvoeden, kun je altijd in overleg gaan met de ondernemingsraad of personeelsafdeling. Als je ook hier niet verder komt, kun je terecht bij het bedrijfsmaatschappelijk werk, de arbodienst of de bedrijfsarts. Vergeet niet je vakbond, als je daar lid van bent. Ook de arbeidsinspectie is een optie. Maar meestal hoeft het zover helemaal niet te komen; vooral niet als je in je zwangerschap je wens om te kolven/voeden al hebt aangegeven.

 

Borstvoeding in het openbaar

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is
verantwoordelijk voor het beleid rondom borstvoeding. Het Ministerie streeft er naar dat zoveel mogelijk kinderen tot een half jaar oud volledig borstvoeding krijgen. Dit doen ze onder andere door de borstvoeding te beschermen via wetten voor de werkgever. Ook proberen ze borstvoeding in het openbaar te stimuleren. In samenwerking met het Voedingscentrum is er gestart met het uitdelen van het beeldmerk ‘voeden kan hier’. Met dit beeldmerk kunnen horeca, winkels, zorginstellingen en andere locaties laten zien dat vrouwen welkom zijn als zij hun kind de borst willen geven. Vanaf 2009 worden gemeenten actief gewezen op dit beeldmerk. Het doel is om zoveel mogelijk borstvoedingsvriendelijke ruimten te creëren voor moeders. Een gemeente kan de titel ‘borstvoedingsvriendelijk’ krijgen, als jaarlijks meer dan één locatie per vijftig pasgeborenen voorzien is van het beeldmerk ‘voeden kan hier’.