Wanneer moet ik bijvoeden?

Soms wordt al snel geadviseerd om te starten met bijvoeden. Maar wanneer moet je ècht starten met bijvoeden wanneer je een gezonde pasgeboren baby hebt? Je ziet het in deze beslisboom, zodat je, samen met je kraamverzorgster en verloskundige, een goed plan kunt maken wanneer je kindje extra voeding nodig blijkt te hebben.

Beslisboom bijvoeden

Kindjes die al een medische indicatie hebben voor bijvoeding, vallen buiten deze beslisbomen.

Zoals je in de beslisbomen al kunt zien, hoeft je kindje de eerste 24 uur na de geboorte pas bijgevoed te worden met gekolfde moedermelk wanneer deze mindestend 3 opeenvolgende voedingen niet (effectief) drinkt. Na de eerste geboortedag wordt er tevens gekeken naar het percentage dat je kindje is afgevallen t.o.v. het geboortegewicht.

Let op! Er wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste 24 uur postpartum (direct na de geboorte) en kindjes die ouder zijn dan 24 uur.

Bijvoedingsmethodes

Er zijn verschillende manieren om bij te voeden.

Allereerst moet je nadenken over de soort bijvoeding. Het liefst is dat jouw eigen gekolfde melk. Wanneer dit niet voorhanden is, adviseert de WHO om donormelk te gebruiken. Als laatste optie adviseert de WHO om bij te voeden met kunstvoeding.

Vervolgens moet je nadenken over de manier van bijvoeden.
Het mooiste zou zijn als je kindje aan de borst meteen de bijvoeding kan krijgen. Jouw borsten worden dan tegelijkertijd gestimuleerd tot het maken van meer melk. Twee vliegen in één klap dus!

Manieren van bijvoeden
  • Borstvoedingshulpset
  • Fingerfeeding
  • Cupfeeding
  • Fles

Borstvoedingshulpset

Wanneer je kindje goed aan de borst kan drinken, kun je tijdens een borstvoedingsmoment bijvoeden. Dat kan door middel van: 

  • Een borstvoedingshulpset, waarbij je een kleine melkcontainer om je nek hangt; handig bij grotere hoeveelheden of langdurig bijvoeden
  • Een spuitje met slangetje, waarbij je actief druk houdt op het spuitje om je kindje te laten drinken; handig bij kleine hoeveelheden en kortdurend bijvoeden
  • Tip: soms is het handig om het slangetje met een zachte pleister vast te maken op je borst; zie afbeeldeingen

Fingerfeeding

Ook wel 'vingervoeden' genoemd.Wanneer je kindje niet aan de borst kan drinken, of het bijvoeden tijdens een borstvoeding is lastig, kun je ook kiezen voor fingerfeeding. Je kindje zuigt dan op jouw vinger en krijgt tegelijkertijd via een slangetje aan een spuitje de extra melk.

Cupfeeding

Bij cupfeeding likt of slurpt je kindje als een jong poesje de melk naar binnen!

Fles

Wanneer de hoeveelheden bijvoeding groter dan 40ml per keer zijn, of wanneer je kindje zonder problemen switch tussen de borst en de flessenspeen, dan kun je ook de bijvoeding per flesje geven.

Copywright