Eliminatieschema

Een eliminatietest is de meest gebruikte en betrouwbare test om te achterhalen of je kindje last heeft van een voedselallergie. De test gaat uit van het weglaten (=elimineren), weer geleidelijk introduceren en opnieuw weglaten van de verdachte voedingsmiddelen.

Begeleiding van diëtist

Voor de begeleiding tijdens een eliminatietest wordt een doorverwijzing naar een diëtist aangeraden. Zij kan goed helpen bij het bepalen van een schema, want het moet natuurlijk niet zo zijn dat je als moeder nog maar zo weinig kan/mag eten, dat je daardoor liever stopt met de borstvoeding. Juist jouw moedermelk is belangrijk voor de opbouw van de beschermlaag in de darmpjes van je kindje.

Ook wanneer je als moeder langer een bepaald dieet moet volgen, kan een diëtist je adviseren over aanvullende preparaten.

Wanneer je kindje 6 maanden is en je wilt vast voedsel introduceren naast de borstvoeding, kan de diëtist je hierin goed van advies voorzien.

Fase 1 - Eliminatie

Weglaten van verdachte voedingsmiddel

Je begint de eliminatie met het allergeen waarvan je denkt dat dit de klachten veroorzaakt, óf met de 3 grootste groepen allergenen: koemelk, kippenei en soja.

Tijdens deze fase worden zowel de ‘echte/zichtbare’ voedingsmiddelen weg gelaten uit je dieet (melk, ei, sojamelk), alsook de voedingsmiddelen waarin deze stoffen verwerkt zijn (roomboterkoekjes, eierkoeken, etc.). Je zult dus echt even op de ingrediëntenlijst van elk product moeten kijken. Gelukkig wordt het tegenwoordig steeds meer verplicht om allergenen vetgedrukt op de verpakking aan te geven.

De Stichting Voedselallergie heeft een handig overzicht waarmee je in één keer kunt zien waar je per allergeen op moet letten bij het lezen van de etiketjes.

Fase 2 - Provocatie

Opnieuw gebruiken van verdachte voedingsmiddel

Koemelk
Start weer met het gebruik van koemelk:
  1. Of na 4 weken eliminatie, als er een duidelijke verbetering is opgetreden en je kindje is gezond
  2. Of na 4-6 weken eliminatie, als er een duidelijke verbetering is opgetreden en je kindje had eczeem, of je kindje is ouder dan 6 maanden.
Bouw het gebruik van koemelk in 3 dagen achter elkaar op tot een normale hoeveelheid. Begin dus met weinig en eindig met een normale hoeveelheid.
  • Dag 1: drink 100 ml melk(product) verspreid over de dag
  • Dag 2: drink 300 ml melk(product) verspreid over de dag
  • Dag 3 t/m 7: drink 500 ml melk(product) verspreid over de dag
NB. Wanneer de klachten binnen een week terugkomen, zie 'Fase 3’.

Soja
Na een week (zonder klachten) na de provocatie van koemelk, introduceer je soja.

Bouw het gebruik van soja in 3 dagen achter elkaar op tot een normale hoeveelheid. Begin dus met weinig en eindig met een normale hoeveelheid.
  • Dag 1: drink 100 ml soja(product) verspreid over de dag
  • Dag 2: drink 300 ml soja(product) verspreid over de dag
  • Dag 3 t/m 7: drink 500 ml soja(product) verspreid over de dag
NB. Wanneer de klachten binnen een week terugkomen, zie ‘Fase 3’.

Kippenei
Nog een week later dan de provocatie van soja, kun je weer starten met het gebruik van kippenei.
NB. Wanneer de klachten binnen een week terugkomen, zie ‘Fase 3’.

Fase 3 - Reëliminatie

Opnieuw weglaten van verdachte voedingsmiddel
Wanneer je kindje binnen een week opnieuw klachten krijgt bij de provocatietest van ‘Fase 2’, laat je het voedingsmiddel weer uit je dieet.
Als de klachten vervolgens verdwijnen, is dat je bevestiging dat het om een voedselovergevoeligheid gaat.
Raadpleeg een diëtist voor dieetadviezen en evt. supplementatie!

Dagboekje bijhouden

Symptomen van voedselallergie verschijnen meestal binnen minuten tot enkele uren na inname van het voedselallergeen. Eczeem of diarree verschijnt echter soms pas na 48 tot 72 uur.

Om goed inzichtelijk te krijgen hoe het verloop en de ernst van de symptomen zijn, kun je een dagboekje bijhouden. Allereerst heb je een dagboekje voor de eliminatieperiode. Daarna hou je het dagboekje voor de provocatie bij. Wanneer je meerdere allergenen uit je dieet schrapt, kun je dit bovenaan het dagboekje noteren. Zo hou je alles lekker overzichtelijk.
  • ‘Dag 0’ is de dag voordat je aan de eliminatie begint. Letterlijk en figuurlijk een nulmeting, dus. Je beschrijft welke klachten en symptomen je bij je kindje ziet.
  • Vul bij ‘Klachten’ in welke symptomen je bij je kindje ziet. Voorbeelden zijn: ontroostbaar huilen, overgeven, diarree, eczeem, rode vlekjes, piepend ademhalen, hoesten, geïrriteerde ogen, loopneus, enzovoort.

Aanwezigheid van klachten
Om een overzicht bij te houden van de aanwezige klachten, noteer je deze in het dagboekje dat je vindt onder de knop.
  • 0 = niet aanwezig
  • +/- = twijfelachtig aanwezig
  • + = licht aanwezig
  • ++ = matig aanwezig
  • +++ = sterk aanwezig

Copywright