Omdat het drinken uit een flesje een heel andere techniek is dan drinken aan de borst, komt het voor dat sommigen kindjes soms niet goed weten wat ze met de fles aan moeten. Tijd voor wat extra tips en adviezen!
‘Laat je kindje maar flink hongeren, dan wil hij de fles op een gegeven moment echt wel!’
Juist het tegenovergestelde is waar! Kinderen zijn nieuwsgierig en willen graag nieuwe dingen leren. Dat gaat niet zo goed als je kindje hongerig en gestrest is, of als hij juist een lekkere volle buik heeft. Zorg ervoor dat je kindje ontspannen is, bijvoorbeeld wanneer hij net aan één borst al even heeft gedronken, of wanneer hij nog niet te lang geleden een voeding heeft gehad en een beetje slaperig is.
Zie het oefenen ook als een leerpoces. 15-25cc per keer in een flesje is voldoende om mee te oefenen. Het hoeft geen volledige voeding te zijn. Leer de voedingssignalen van je kindje zien. Ontspan, heb geduld en leg de lat niet te hoog.
Elke dag heb je samen weer een nieuwe kans om te oefenen.
Probeer, elke keer als je een nieuwe aanpak hebt, dit een paar dagen achter elkaar
Geef elke dag of om de dag een keer een flesje; je hoeft dit echt niet elk voedingsmoment te doen
Leer de voedingssignalen van je kindje te zien en laat anderen, die de fles aan je kindje moeten gaan geven, deze voedingssignalen ook leren. Wanneer je kindje in diepe slaap of juist helemaal overstuur is, heeft het oefenen met de fles geen zin. Een rustige alerte staat van je kindje is juist helpend. Wil je meer weten over het herkennen van voedingssignalen? Klik dan op de button hieronder.
De meesten van ons kennen de 'standaard' methode om de fles te geven: je kindje ligt achterover op de arm en de fles wordt met de druppende speen naar beneden aangeboden. Er zijn nog meer manieren om je kindje te verleiden om de fles te drinken.
Dwing je kindje niet, maar laat hem kennismaken met de speen. Laat je kindje lekker op de speen kauwen of sabbelen. Wanneer de eerste druppel melk per ongeluk in z’n mondje komt, wil hij misschien wel meer.Probeer eens een lepel, tuitbeker zónder anti-lekbeveiliging of rietjesbeker (handig als je kindje al wat ouder is) of een knijpfles met lepel aan uiteinde (alleen geschikt als je kindje snelle melkstroom gewend is)
Wanneer je kindje de speen dichtbijt i.p.v. zuigt, kun je een speen met een groter gat proberen, zodat er wel melk uitkomt;
Probeer eens een ander flesje of speentje. Kindjes die niet goed vacuum kunnen houden bij een speen die breed uitloopt naar onderen, kunnen het ineens een stuk beter doen met een speen met een smalle basis
Voor de overgang van borst naar fles en weer terug, kunnen de Breastflow- of Calmaspenen handig zijn. Voor deze spenen hebben kindjes een redelijk vergelijkbare techniek nodig als aan de borst
Wanneer je kindje geen speen in de mond wil, kun je de Camocup voor cupfeeding proberen. Deze is ook handig bij de overgang van borstvoeding naar bekervoeding
Doe eens een panty om je speen! De structuur van de speen lijkt dan meer op die van je huid en dat kan voor sommige kinderen net de truc zijn die er voor zorgt dat ze wel de fles willen drinken.
Wanneer je kindje wel prima op je vinger zuigt, kun je een beker of een fles (waarin je het drinkgaatje wat groter hebt geknipt) voorzien van een sondevoedingsslangetje (verkrijgbaar bij de praktijk). Je laat je kindje op de vinger zuigen en schuift aan de zijkant het slangetje in het mondhoekje naar binnen. Zo zuigt je kindje de melk meteen op! Hoe hoger je het flesje houdt, hoe makkelijker de melk gedronken kan worden.
Variatie in melk
Belang van geuren
Wanneer alle tips niet echt lukken, kun je pre-logopedie overwegen. Hiervoor is wel een verwijzing van een arts nodig;
Soms lukt het echt niet om je kindje een flesje te geven. Bedenk dan dat een tijdelijke oefenstop nog niet eens zo’n slecht idee is. Uiteindelijk komt het allemaal goed, maar geduld is in dit geval een schone zaak;
Moet je toch aan het werk, geef dan een voeding vlak voor je weggaat en direct wanneer je thuis komt. In de wet staat beschreven dat je de eerste 9 maanden tot max. ¼ van je werktijd recht hebt op kolven of ‘live’ voeden. Kijk of je in je pauze even naar je kindje toe kan om te voeden, of dat iemand je kindje naar het werk kan brengen.
Het is een normaal verschijnsel dat sommige kindjes hun dag- en nachtritme wat gaan omdraaien. Hierdoor drinken ze overdag heel minimaal en halen ze de ‘schade’ ’s avonds en ’s nachts weer in. Het is niet ideaal voor jou als moeder, maar zo zorgt je kindje zelf dat hij genoeg voeding binnenkrijgt.
Copywright