Flesweigeren

Omdat het drinken uit een flesje een heel andere techniek is dan drinken aan de borst, komt het voor dat sommigen kindjes soms niet goed weten wat ze met de fles aan moeten. Tijd voor wat extra tips en adviezen!

Oefening baart kunst

Veel ouders willen graag gaan oefenen voor het moment dat ze weer eens langer de deur uit gaan of hun werk weer oppakken.

Oefenen kun je het beste doen vanaf een week of 5-6. Voorwaarde voor het oefenen met de fles is dat je melkproductie voldoende is en dat je kindje goed aan de borst drinkt. Bij het veel eerder starten met oefenen, is men bang voor zuigverwarring en wanneer je veel later begint, vergroot het de kans dat je kindje de fles helemaal niet meer wil.

Wanneer je begint met oefenen, is het goed om dit elke dag of om de dag te doen, zodat je kindje er vaardig in wordt en blijft.

Fabeltje

‘Laat je kindje maar flink hongeren, dan wil hij de fles op een gegeven moment echt wel!’

Juist het tegenovergestelde is waar! Kinderen zijn nieuwsgierig en willen graag nieuwe dingen leren. Dat gaat niet zo goed als je kindje hongerig en gestrest is, of als hij juist een lekkere volle buik heeft. Zorg ervoor dat je kindje ontspannen is, bijvoorbeeld wanneer hij net aan één borst al even heeft gedronken, of wanneer hij nog niet te lang geleden een voeding heeft gehad en een beetje slaperig is.

Zie het oefenen ook als een leerpoces. 15-25cc per keer in een flesje is voldoende om mee te oefenen. Het hoeft geen volledige voeding te zijn. Leer de voedingssignalen van je kindje zien. Ontspan, heb geduld en leg de lat niet te hoog.

Elke dag heb je samen weer een nieuwe kans om te oefenen.

Voor je begint

  • Biedt het flesje aan als je kindje nog half slapend is;
  • Biedt het flesje aan als je kindje toe is aan een voeding, of juist als hij al één borst gedronken heeft;
  • Laat een ander de fles geven: papa, oma, de oppas, etc. Wanneer dit niet meteen werkt, zorg er dan voor dat je niet in dezelfde kamer bent;
  • Wil je graag gewoon weer de borst geven nadat je oefende met het flesje? Wacht een kwartiertje en geef dan de borst. Na dat kwartiertje legt je kindje geen link meer tussen dat flesje en de borst achteraf.
Algemene adviezen

Probeer, elke keer als je een nieuwe aanpak hebt, dit een paar dagen achter elkaar

Geef elke dag of om de dag een keer een flesje; je hoeft dit echt niet elk voedingsmoment te doen

Voedingssignalen

Leer de voedingssignalen van je kindje te zien en laat anderen, die de fles aan je kindje moeten gaan geven, deze voedingssignalen ook leren. Wanneer je kindje in diepe slaap of juist helemaal overstuur is, heeft het oefenen met de fles geen zin. Een rustige alerte staat van je kindje is juist helpend. Wil je meer weten over het herkennen van voedingssignalen? Klik dan op de button hieronder.

Manieren van melk geven

De meesten van ons kennen de 'standaard' methode om de fles te geven: je kindje ligt achterover op de arm en de fles wordt met de druppende speen naar beneden aangeboden. Er zijn nog meer manieren om je kindje te verleiden om de fles te drinken.

Dwing je kindje niet, maar laat hem kennismaken met de speen. Laat je kindje lekker op de speen kauwen of sabbelen. Wanneer de eerste druppel melk per ongeluk in z’n mondje komt, wil hij misschien wel meer. 

Handig!

  • Wek de zuigreflex op door rondom het mondje te strelen;
  • Stop de speen niet direct in de mond, maar wacht tot je kindje zijn mondje wijd open doet (net als aan de borst). Streel hiervoor met de speen over zijn lipjes en doe de speen diep in de mond wanneer je kindje deze wijd opent. Zo lijkt de flesvoeding het meeste op de techniek die hij gebruikt bij borstvoeding;
  • Vouw je wijs- en middelvinger rond de speentuit. Wanneer je kindje de fles gaat drinken, drukken deze vingers automatisch tegen zijn mondje en het gebied er om heen, waardoor het lijkt of hij aan de borst ligt;
  • Knijp eens een beetje in de speen om de melkstroom te bevorderen;
  • Stimuleer het drinken door het kinnetje op en neer te bewegen of ritmisch met je duim- en wijsvinger voorzichtig in de wangetjes te drukken;
  • Doop de speen onder in moedermelk of verwarm hem voor in je BH of onder de stromende warmwaterkraan;
  • Laat je kindje eerst even op je pink zuigen, maar hou de fles ernaast en verwissel op een gegeven moment snel je pink in voor de flessenspeen;
  • Doe eens een speeltje, wat aluminiumfolie of een knuffeltje aan de fles voor afleiding en om mee te spelen.

Hulpmiddelen

  • Probeer eens een lepel, tuitbeker zónder anti-lekbeveiliging of rietjesbeker (handig als je kindje al wat ouder is) of een knijpfles met lepel aan uiteinde (alleen geschikt als je kindje snelle melkstroom gewend is)

  • Wanneer je kindje de speen dichtbijt i.p.v. zuigt, kun je een speen met een groter gat proberen, zodat er wel melk uitkomt;

  • Probeer eens een ander flesje of speentje. Kindjes die niet goed vacuum kunnen houden bij een speen die breed uitloopt naar onderen, kunnen het ineens een stuk beter doen met een speen met een smalle basis

  • Voor de overgang van borst naar fles en weer terug, kunnen de Breastflow- of Calmaspenen handig zijn. Voor deze spenen hebben kindjes een redelijk vergelijkbare techniek nodig als aan de borst

  • Wanneer je kindje geen speen in de mond wil, kun je de Camocup voor cupfeeding proberen. Deze is ook handig bij de overgang van borstvoeding naar bekervoeding

Lang leve de panty

Doe eens een panty om je speen! De structuur van de speen lijkt dan meer op die van je huid en dat kan voor sommige kinderen net de truc zijn die er voor zorgt dat ze wel de fles willen drinken.

Even freubelen

Wanneer je kindje wel prima op je vinger zuigt, kun je een beker of een fles (waarin je het drinkgaatje wat groter hebt geknipt) voorzien van een sondevoedingsslangetje (verkrijgbaar bij de praktijk). Je laat je kindje op de vinger zuigen en schuift aan de zijkant het slangetje in het mondhoekje naar binnen. Zo zuigt je kindje de melk meteen op! Hoe hoger je het flesje houdt, hoe makkelijker de melk gedronken kan worden.

Variatie in melk

  • Geef je gekolfde moedermelk eens koud of juist net ietsje warmer dan dat je normaal doet;
  • Geef eens vers afgekolfde moedermelk i.p.v. melk uit de vriezer of koelkast. De smaak kan namelijk heel anders zijn;
  • Als je kindje ouder dan 6 maanden is, kun je ook pap van je melk maken en dit met een lepeltje geven;
  • Bedenk dat de meeste borstgevoede kindjes gewend zijn aan frequente kleine porties i.p.v. af en toe een hele volle fles

Belang van geuren

  • Soms vindt je kindje de geur van het afwas- of vaatwasmiddel niet lekker of te sterk. Probeer dan eens een geurloos middel, of spoel goed na;
  • Met MamaScent kun je een pad aan de speen bevestigen die jouw geur bevat, waardoor je kindje eerder geneigd is het flesje te drinken;
  • Stop eens een spuugdoekje een poosje achter je BH en wikkel deze om het flesje.

Wat als het nu echt niet lukt...?

Wanneer alle tips niet echt lukken, kun je pre-logopedie overwegen. Hiervoor is wel een verwijzing van een arts nodig;

Soms lukt het echt niet om je kindje een flesje te geven. Bedenk dan dat een tijdelijke oefenstop nog niet eens zo’n slecht idee is. Uiteindelijk komt het allemaal goed, maar geduld is in dit geval een schone zaak;

Moet je toch aan het werk, geef dan een voeding vlak voor je weggaat en direct wanneer je thuis komt. In de wet staat beschreven dat je de eerste 9 maanden tot max. ¼ van je werktijd recht hebt op kolven of ‘live’ voeden. Kijk of je in je pauze even naar je kindje toe kan om te voeden, of dat iemand je kindje naar het werk kan brengen.

Het is een normaal verschijnsel dat sommige kindjes hun dag- en nachtritme wat gaan omdraaien. Hierdoor drinken ze overdag heel minimaal en halen ze de ‘schade’ ’s avonds en ’s nachts weer in. Het is niet ideaal voor jou als moeder, maar zo zorgt je kindje zelf dat hij genoeg voeding binnenkrijgt.

Copywright