Tepelhoedje

Met een tepelhoedje kun je ook je baby voeden als je vlakke, ingetrokken of pijnlijke tepels of een zeer sterke toeschietreflex hebt. Het beschermt gevoelige of kapotte tepels tijdens het aanleggen. Ook kan het helpen om een kindje aan de borst te laten drinken die daar moeite mee heeft (bijvoorbeeld bij vroeggeboorte of een strakke tongriem), of als overgang van voeden uit de fles naar voeden aan de borst.

NB. Schakel altijd een lactatiekundige in wanneer je overweegt een tepelhoedje te gebruiken.

Een stappenplan

Idealiterplaats je een tepelhoedje volgens onderstaande methode, omdat er dan zoveel mogelijk borstweefsel in het hoedje komt en je kindje je borst dus beter kan leegdrinken.

Maak het tepelhoedje nat, zodat je kindje niet met de lippen ‘vastplakt’.
Vouw hem grotendeels binnenstebuiten en plaats hem op je tepel. Wanneer je het hoedje uitvouwt, ‘floept’ je tepel verder naar binnen. Dit is belangrijk, omdat er op deze manier zoveel mogelijk borstweefsel in het tepelhoedje (en dus ook in de mond van je kindje) zit.
Zorg ervoor dat de inkeping van het hoedje op de plek zit, waar het neusje van je kindje komt.
Naviva heeft een handige instructiefilm gemaakt; zie hiernaast.

Krijg je je borst niet altijd lekker leeg bij het voeden met een tepelhoedje? Probeer dan eens borstcompressie.

Mogelijke nadelen van een tepelhoedje

Het gebruik van tepelhoedjes kan ook nadelen hebben voor het goed kunnen legen van de borst en de melkproductie. Overleg daarom altijd met jouw lactatiekundige en overweeg samen de voordelen tegen de nadelen af. Laat je goed informeren over preventieve maatregelen en vraag adviezen om er voor te kunnen zorgen dat jouw melkproductie optimaal blijft en je minder kans hebt op achterblijvende melk.

Overleg voor gebruik altijd met jouw lactatiekundige IBCLC om mogelijke oorzaken van het niet goed drinken aan de borst, of pijn aan de tepels te achterhalen.